Vijfkrachtenmodel Porter

Auteur
Ard-Pieter de Man
De kern
Er zijn vijf factoren die de winstgevendheid van een organisatie bedreigen: de onderhandelingsmacht van leveranciers, de onderhandelingsmacht van klanten, nieuwe toetreders tot je markt, substituten voor je dienst of product en directe concurrenten.
Uitgangspunten
De winstgevendheid van een organisatie wordt vooral bepaald door externe factoren. Strategie is in essentie het opwerpen van barrières tegen die externe factoren. Als dat lukt heb je een concurrentievoordeel.
Oorsprong
1980 in Michael Porter’s boek Competitive Strategy
Toepassing
Het model is een van de meest gebruikte modellen voor industrietakanalyse. Het wordt door klanten altijd herkend. Het is echter onvoldoende om er strategieën op te baseren en is op zijn best een van de vele tools die voor strategievorming kunnen worden gebruikt.
Aandachtspunten
Het model werkt goed in sectoren waar het niveau van innovatie laag is. Wanneer er wel innovatie nodig is, werkt het model niet omdat je dan juist klanten nodig hebt om te innoveren.
Inbedding
Porter gebruikt descriptieve analyses van de industrial organization (zie bijv. Scherer 1970) om tot een prescriptief raamwerk te komen.
Kritiek
1. Naast externe factoren, bepalen ook interne factoren de winstgevendheid van bedrijven.
2. Bij vervagende industriegrenzen wordt het model lastig toepasbaar.
3. Het raamwerk kan niet goed omgaan met innovatie.
Kernreferenties
Michael Porter (1980) Competitive Strategy. In 1985 gevolgd door zijn boek Competitive Advantage. Daarin voegt hij het idee van de waardeketen toe aan zijn industrietakanalyses.
Bekijk mijn kaarten